Op zolder vond ik haar persoonsbewijs. In een kartonnen doosje, samen met wat andere papieren en oude foto's. Een roze, in drieën gevouwen document uit 1941. In de oorlog moest iedereen het bij zich dragen.
Aan de binnenkant een foto van haar die ik nog niet eerder had gezien. Het haar naar achteren in een knot, ronde ogen in een vol gezicht. Glimlachende mond, de onderlip wat meer naar voren. Een dubbele kin. Onmiskenbaar oma Beek.
De oma van mijn moeder. Een aantal jaren voor mijn geboorte was ze al overleden. Naast de foto las ik haar naam: Beers, Maria Japikje.
‘Japikje,’ zei ik hardop. Ik moest er een beetje om grinniken.