Dit is Ama. Ik weet niet precies waarom wij haar Ama noemden, waarschijnlijk een verbastering van oma. Ze heette eigenlijk Trijntje, wat ze zelf verafschuwde. Pas veel later kwamen mijn zussen en ik erachter dat ze niet Trix heette, zoals ze haar schilderijen signeerde, maar Trijntje, tot onze grote hilariteit. Ama, heet je echt treintje? giechelden we. Met een gezicht vol zelfspot keek ze ons dan aan.
Ama heeft ons altijd veel verteld over vroeger. Verhalen over de boerderij in de Beemster waar ze woonde met haar ouders en zusjes. Over de bolbliksem die eens door de stal was geraasd en een zwartgeblakerd spoor had getrokken in het hooi. Over de koeien en de paarden. Ama, kon je echt op het paard staan?
Nu zou ik haar dolgraag nog eens willen spreken. Maar ze is al 20 jaar dood. Mijn zoektocht naar onze familieverhalen begon bij haar moeder: oma Beek. Mijn overgrootmoeder. Haar kende ik alleen uit de vele liefdevolle verhalen van mijn moeder. Maar gaandeweg leerde ik ook een andere kant van haar kennen.