Een walvisvaarder als voorouder

Walviskaken aan weerszijden van de oprijlaan herinneren aan een vroegere bewoner. Dirk Hopman, commandeur ter walvisvaart, kocht de oorspronkelijke buitenplaats in 1773. Hij gaf de boerderij de naam Groenland.

Zijn kleindochter Maartje bestierde de boerderij vanaf 1831, samen met haar man Jan Zeeman. Maartje overleed jong, maar hun dochter Trijntje bleef na haar huwelijk met Cornelis Beek op de boerderij wonen. Hun kinderen werden er geboren en de oudste zoon, Jan Beek, kocht het bedrijf na het overlijden van zijn opa Jan Zeeman, eind 1891.
Jan Beek woonde samen met zijn vrouw Trijntje Biesboer in een kleinere boerderij vlakbij. Hun eerste kindje lag net in de wieg en in het voorjaar werd een tweede kind verwacht. Maar nog voor de verhuizing naar Groenland stierf Jan Beek.

In de Beemster

(Bijna geheel de waarheid)

Jan Cornelis Klaas Beek zat in het gras op de ringdijk en keek naar het verwaarloosde land aan zijn voeten. Distels strekten zich uit tot in de verte, waar ze abrupt werden gestopt door de kaarsrechte afwateringssloten. Stekels maaien is stekels zaaien, wist hij. Maar hij wilde dit land, deze boerderij hebben.

Uilenhof. Steenuiltjes huisden in de knotwilgen op de dijk, en vast en zeker ook in de boerderij. Hij zou de eigenaar om uitstel van betaling moeten vragen en eerst het hele land schoonmaken. Zo zou hij tóch een mooie boerderij hebben.

Woedend was hij geweest op zijn stiefvader. Altijd vroom vooraan in de kerk. Zijn eigen vader was te trots geweest, ondanks zijn ziekte en de januarikou, om op de po te gaan. Ging gewoon buiten naar het gemak. Longontsteking. 'Na een ernstige ongesteldheid van negen dagen overleed mijn hartelijk geliefde echtgenoot Jan Beek.'

Moeder bleef hoogzwanger achter met haar dochter van een jaar en de boerderij Groenland. De boerderij die zijn vader vlak voor hij stierf had gekocht en voor hem, Jan Cornelis Klaas Beek, bestemd was. De walviskaken aan het begin van het erf herinnerden aan een vroegere bewoner die walvisvaarder op Groenland was geweest.

Krijn, de baas-knecht, nam de zorg voor de boerderij over. Na een jaar vroeg hij ook de hand van moeder. Er kwamen nog een halfzusje en een halfbroer. En later gaf Krijn de boerderij aan z'n eigen zoon.

Maar Jan Cornelis Klaas Beek had zijn plan klaar. Hij stond op. Hij zou de distels één voor één uittrekken tot het land weer schoon was. En nooit zou hij meer een voet zetten in de kerk.